In dit werk wordt de eigenlijke dialoog voorafgegaan door een inleidend gesprek tussen twee vrienden. Een van hen bemint zeer hartstochtelijk en uiterst frequent jongens, en soms meisjes. De ander, Lykinos, is bezadigder. Hij haalt op een gegeven moment herinneringen op aan een verhitte discussie tussen een pleitbezorger van de heteroseksuele liefde en een voorvechter van de homoseksuele ΓÇÿerosΓÇÖ. In geen ander werk van Lucianus is het woordgebruik zo overdadig, wat een van de redenen is dat zijn auteurschap soms wordt betwijfeld.